1. Home
  2. Nieuws
  3. Samen naar schoon en emissieloos bouwen in noord holland

Samen naar Schoon en Emissieloos Bouwen in Noord-Holland

Dinsdag 14 oktober 2025

Steeds meer gemeenten in Nederland sluiten zich aan bij het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Ook de BUCH, een samenwerkingsorganisatie van de Noord-Hollandse gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo, heeft zich afgelopen zomer verbonden aan het convenant. “Het SEB-convenant ligt naadloos in het verlengde van het Schone Lucht Akkoord en past bij de duurzaamheids- en circulariteitsdoelen die wij ons als hebben gesteld”, aldus wethouder Jan Schouten van de gemeente Uitgeest. “Wij wilden daarom graag deze stap zetten, vooral omdat we hiermee ook duidelijkheid creëren voor de bouw- en infrasector in hun ambitie om schoner en duurzamer te bouwen.”

Level playing field

“Duidelijk was inderdaad waar het aan ontbrak bij de aannemers in de sector”, vertelt Jan Mors, directeur van Beentjes GWW. “Voor ons was er veel onvoorspelbaarheid. Er zat geen lijn in de vraag waar het emissieloze materieel ingezet moest worden. Als de vraag kwam, was het vaak onverwacht, waardoor de machines al ergens anders aan het werk waren. Dit maakte niet alleen het plannen lastig, maar het deed ons ook twijfelen over de investering in nieuw materieel.” Het convenant SEB bevat een routekaart die in samenwerking met de bouw- en infrasector en kennisinstellingen is opgesteld. Hierin staat uitgelegd welke maatregelen er binnen het SEB worden genomen om emissies stap voor stap te verminderen, op een manier die uitvoerbaar, betaalbaar en effectief is. “Iedere partij die aansluit, werkt volgens diezelfde richtlijnen. Dat zorgt voor een level playing field. Bedrijven weten waar ze aan toe zijn, en ook gemeenten zitten op dezelfde lijn met de eisen voor een project”, besluit Mors. 

Structuur en subsidies

Voor de gemeente biedt het aansluiten bij het SEB nog een ander voordeel. “Als je kijkt naar de BUCH-gemeenten, dan speelt de stikstofproblematiek in Uitgeest en Heiloo minder dan in Bergen en Castricum, waar Natura 2000-gebieden liggen”, vervolgt Schouten. “Toch gelden overal dezelfde landelijke doelen: in 2030 en 2035 moeten duidelijke uitstootnormen worden gehaald en de regels daarvoor veranderden nogal eens. Het SEB-convenant brengt hierin structuur. We weten waar we naartoe moeten werken en welke stappen we moeten zetten.” Ook financieel biedt aansluiting bij het convenant extra mogelijkheden. “We maken nu aanspraak op subsidies, waarmee we de sector kunnen ondersteunen bij de overgang naar emissieloos materieel.”  

Samen leren en ervaring delen

Het convenant vraagt om nauwe samenwerking tussen gemeenten en aannemers. Volgens Mors zit de kracht precies in die dialoog. “De techniek ontwikkelt zich razendsnel. Wat nu mogelijk is, was vijf jaar geleden ondenkbaar. Gemeenten en bedrijven moeten continu met elkaar in gesprek blijven over wat haalbaar is. Ondernemers hebben ambitie, maar ze hebben ook duidelijkheid nodig. Die wisselwerking maakt dat de transitie echt kans van slagen heeft.” Schouten is het met hem eens. “Soms bezoek ik een project en dan blijkt dat de ondernemer al veel verder is in het duurzaam en schoon werken dan dat wij weten of zelfs verwachten. We moeten elkaar van beide kanten blijven voeden en ervaringen delen, zodat we samen in de transitie oplopen.” Dat steeds meer gemeenten in Noord-Holland de stap zetten om zich aan te sluiten bij het SEB, zorgt dat er steeds meer ervaring komt met het emissieloos werken. “Zo leren we wat wel en niet goed werkt. Dat vergroot de effectiviteit én zorgt voor meer eenduidigheid in aanbestedingen. Zo wordt het voor aannemers makkelijker om met emissieloos materieel succesvol in te schrijven”, aldus Mors. 

Stroomaansluiting

De overstap naar schoon en emissieloos bouwen brengt ook uitdagingen met zich mee, waarvan de grootste de stroomcapaciteit op de bouwplaats is. Mors: “Als aannemer kan ik pas echt emissievrij werken als ik weet dat er stroom beschikbaar is. Daarom is het belangrijk dat gemeenten al in de initiatieffase nadenken over de beschikbaarheid van stroom tijdens de realisatiefase, bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van reeds aanwezige aansluitingen of het zelf vroegtijdig aanvragen van een bouwaansluiting. Dat geeft ons zekerheid, waardoor we scherper kunnen aanbieden omdat de beschikbaarheid van stroom gegarandeerd is.” Zowel binnen het GWW-bedrijf als binnen de ambtelijke BUCH-organisatie vraagt de transitie nog steeds om bewustwording en acceptatie. “Technisch gezien is tegenwoordig alles mogelijk”, aldus Mors. “Maar ook wij moeten ons personeel er af en toe nog steeds van overtuigen dat een kraan echt een hele dag kan werken als er voldoende stroom is. Dat doen we onder meer door hen mee te nemen naar demonstraties en fabrieken.” Ook ambtenaren van de gemeenten bezoeken bouwplaatsen om de scepsis weg te nemen. Schouten: “Door het in de praktijk te zien, besef je dat de techniek zo snel gaat dat overtuigingen van gisteren vandaag al achterhaald kunnen zijn.”

Naar een nieuwe standaard

In Noord-Holland is de gemeente Amsterdam al langer ambitieus in het uitvragen van emissieloos werken, maar onlangs zijn in Noord-Holland-Noord naast de BUCH-gemeenten ook Dijk en Waard, Hoorn, Heemskerk en Medemblik aangesloten. Doordat naastgelegen gemeenten zich verbinden aan het convenant, zal er een lerend effect optreden in het emissieloos werken, wat de effectiviteit en uniformiteit in aanbestedingen ten goede zal komen. Hierdoor wordt het voor aannemers ook gemakkelijker om een goede kans te maken op aanbestedingen met de inzet van emissieloos materieel. Het convenant is daarmee het startpunt van een structurele verandering. “Emissieloos bouwen moet de standaard worden in heel Nederland,” besluit Schouten. “Het convenant geeft richting, duidelijkheid en vertrouwen. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten: de overheid weet waar ze op kan rekenen en ondernemers durven te investeren in een schone toekomst.”

Sven Ammann
Adviseur Markt en Overheid
E-mailadres

Gerelateerd nieuws