Siers zet detectie- en meetsystemen in om de nauwkeurigheid van (KLIC)data te vergroten
Maandag 17 april 2023
Om schades aan kabels en leidingen te voorkomen, dien je de WIBON (Wet Informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken) en de Richtlijn 'zorgvuldig grondroeren van initiatief- tot gebruiksfase' (CROW500) te hanteren. In een gesprek met Mechiel van Manen, Operationeel Manager Infraconsult bij de Siers Groep, wordt het gebruik van detectie apparatuur besproken en wordt er ingegaan op hoe de lokalisatieplicht van de CROW500 kan worden nageleefd. Lees verder als je hier meer over wilt weten.
In de CROW500 staat dat de ontvangen gebiedsinformatie - wat in de praktijk vaak KLIC-melding is - een theoretische ligging van een kabel of leiding aangeeft. De werkelijke ligging kan hiervan afwijken en dit kan risico’s veroorzaken tijdens de uitvoering, het grondroeren. Ook kan het nodig zijn om de werkelijke ligging te kennen om te bepalen of de ligging een conflict vormt voor het ontwerp. Het is dus belangrijk dat de werkelijke ligging al in de voorbereiding wordt bepaald. Dit wordt gedaan door het lokaliseren van de kabels en leidingen binnen het zoekgebied wat aangegeven is in de CROW500. Dit lokaliseren kan op verschillende manieren. Siers Infraconsult, onderdeel van de Siers Groep, heeft de expertise voor het lokaliseren, inmeten en vervaardigen van revisiegegevens ten behoeve van engineering van kabels en leidingen voor netbeheerders. Daarnaast werkt Siers ook voor bijvoorbeeld gemeentes en waterschappen die steeds vaker te maken krijgen met de drukte in de ondergrond.
Doelgericht lokaliseren
In deel 2 van de CROW500, genaamd "Het Kennisdeel", wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op het lokaliseren van kabels en leidingen. Tijdens de onderzoeksfase is het belangrijk om de KLIC-gegevens te verifiëren en op zoek te gaan naar vrije ruimte. Daarnaast is het essentieel om ervoor te zorgen dat het definitieve ontwerp haalbaar is, bijvoorbeeld door te bepalen welke ruimte beschikbaar is voor het kruisen van bestaande kabels en leidingen. Hierbij speelt de diepteligging (z-waarde) een belangrijke rol, evenals de beschikbare ruimte tussen kabels en leidingen. Afhankelijk van het doel, kan de juiste methode voor lokaliseren worden gekozen.
Inzet detectieploegen
De detectieploegen bij Siers Infraconsult bestaan uit detectiespecialisten samen met een graafploeg. Deze specialisten zijn uitgerust met verschillende lokalisatietechnieken, zoals grondradar, EML (Elektro Magnetische Lokalisatie), sonde en gyroscoop. Door bijvoorbeeld grondradar te combineren met EML, zoals een kabelzoeker, kunnen geleidende kabels en leidingen beter in beeld worden gebracht zonder veel te hoeven graven. Gyroscoop of een sonde wordt gebruikt om gestuurde boringen en zinkers in beeld te brengen. De detectieploeg bepaalt tijdens het werk welke technieken nodig zijn om een duidelijk beeld van de ondergrond te krijgen. Het is belangrijk om te realiseren dat scantechnieken het aantal proefsleuven kunnen verminderen, waardoor er minder gegraven hoeft te worden.
Data optimalisatie
Naast het inwinnen van gegevens in de voorbereidende fases is Siers ook bezig om te kijken hoe as-built gegevens sneller, beter en gemakkelijker ingewonnen kunnen worden. Alle huisaansluitploegen zijn al uitgerust met eenvoudig te bedienen GPS apparatuur. Momenteel wordt er samen met netbeheerders en onderzoeksinstellingen zoals de Universiteit Twente onderzocht hoe de aangelegde kabel of leiding eenvoudig en direct in de systemen van de netbeheerder geplaatst kan worden. De eerste pilots zien er veelbelovend uit en er wordt verwacht dat er snel verdere stappen kunnen worden gezet.
Voor meer informatie over het lokaliseren, inwinnen en verwerken van data van kabels en leidingen, neem contact op met Mechiel van Manen. Wil jij net als Mechiel van Manen delen hoe voldaan wordt aan de CROW500, neem contact op met Yvonne de Rijck.
Gerelateerd nieuws
CROW heeft enkele belangrijke aanvullingen en correcties toegevoegd aan het portfolio van Werk in Uitvoering. De documenten bieden praktische adviezen en maatregelen om de veiligheid van zowel wegwerkers als weggebruikers te waarborgen.
Op de bouwplaats van The Mayor in Amstelveen overleed vorig jaar een 63-jarige werknemer van UBA Bouw. Hij kwam om na een noodlottig ongeval met een transportbok met daarop twee HSB-elementen. De veiligheidskundigen van UBA Bouw, Bouwbedrijf De Nijs en de veiligheidskundige van de bouwcombinatie van The Mayor deden onderzoek naar de oorzaken. Ze delen graag hun inzichten.
Leerlingen van de praktische mbo-opleidingen timmeren, metselen en tegelzetten leren alles wat je moet weten over het vak én over veilig werken op de bouw. Dat is het resultaat van de inspanningen van Jurgen van de Ven van Huybregts Relou in samenwerking met anderen. De kans is groot dat het hbo dit voorbeeld volgt voor alle bouwgerelateerde opleidingen.