1. Home
  2. Nieuws
  3. Bouwplatform brabant pakt de draad weer op na lange coronapauze

Bouwplatform Brabant pakt de draad weer op na lange coronapauze

Vrijdag 12 februari 2021

Een bijeenkomst op een aansprekende en inspirerende locatie zat er nog niet in, woensdag 10 februari. De leden van Bouwplatform Brabant hadden na een jaar zonder bijeenkomsten echter meer dan genoeg te bespreken over de woningbouw in de provincie.

De woningbouwopgave in Brabant is een zeer complexe puzzel. Bouwend Nederland en de Provincie Noord-Brabant hebben daarom in 2016 het Bouwplatform Brabant gelanceerd om samen met een groot en gevarieerd aantal stakeholders na te denken over hoe we die puzzel gezamenlijk (beter) kunnen leggen. Door de coronaperikelen was het platform al ruim een jaar niet meer bijeen geweest. Hoogste tijd dus voor een digitale bijeenkomst. Woensdag 10 februari logden zo'n 30 deelnemers in voor de anderhalf uur durende sessie. Omdat er een aantal nieuwe gezichten was, waaronder gedeputeerde Erik Ronnes die vorig jaar het stokje overnam van Erik van Merrienboer, werd er gestart met een voorstelrondje. Kort, want er was veel te bespreken.

Samenwerken aan oplossingen

Ronnes, voorzitter van het Bouwplatform Brabant, schetste de situatie. Brabant heeft een tekort van ca. 30.000 woningen. Vorig jaar zijn er weliswaar 11.000 aan de voorraad toegevoegd, maar dat is onvoldoende om de achterstanden in te lopen. De gedeputeerde gaf aan dat de provincie er alles aan wil doen om de bouw van woningen te stimuleren en makkelijker te maken, maar dat daar wel hulp en input van álle stakeholders voor nodig is. Zo kijken provincie en ouderenbonden bijvoorbeeld naar mogelijkheden om ouderen te laten doorstromen naar andere woningen en nieuw te ontwikkelingen (geclusterde) woonvormen, waardoor er ook weer woningen beschikbaar komen voor onder meer starters en jonge gezinnen.

120.000 woningen erbij tot 2030!

Aan de hand van de laatste actuele cijfers en inzichten vertelde Niek Bargeman van de provincie over de demografische ontwikkelingen en prognoses. In Brabant ligt er nog een flinke bouwopgave. Alleen al tot 2030 zullen er nog zo'n 120.000 woningen aan de voorraad moeten worden toegevoegd. Ook liet Bargeman zien dat er voldoende planaanbod is om in de komende jaren gemiddeld genomen tenminste 12.000 woningen per jaar te kunnen bouwen. Op basis van het aantal woningen dat recent in aanbouw is genomen lijkt 'de score' in 2021 uit te komen op ruim 12.000 woningen. Of die aantallen ook daarna gehaald gaan worden, daarover bestaat bij tal van partijen de nodige twijfel. Voor zowel de provincie als voor Bouwend Nederland is het een van de belangrijkste speerpunten om te zorgen dat er – zeker voor de kortere termijn – steeds voldoende harde plancapaciteit is en er voldoende uitvoeringsgerede woningbouwplannen op de plank liggen. Om een beeld te krijgen van waar op dit punt vertragingen zitten en wat de grootste uitdagingen zijn voor de woningbouw de eerstkomende tijd, hadden de provincie en Bouwend Nederland in de aanloop naar het Bouwplatform een mini-enquête uitgezet onder de leden van het platform en een aantal grote ontwikkelende bouwers in Brabant. Een terugkerend punt was onder meer de vergunningprocedures; die zouden sneller moeten verlopen. Zoals Paul de Beer van de gemeente Breda aangaf is dat niet alleen het 'pakkie-an' van de provincie, maar ligt de verantwoordelijkheid daarvoor ook bij de gemeenten. Ook werd aangegeven dat tempo maken belangrijk is, maar dat er ook oog moet zijn voor de kwalitatieve samenstelling van de woningbouw, gelet bijvoorbeeld op de sterke vergrijzing van de Brabantse bevolking en de toenemende behoefte aan nieuwe woonvormen.

Geen glazen bol

Namens Bouwend Nederland lichtte regiomanager Hanneke van Eijndhoven in een korte presentatie de toekomstverkenning 'Nu Bouwen aan Morgen' toe. Aan de hand van interviews met leden, kennisinstellingen, leveranciers, professoren, TNO, VNO NCW en journalisten heeft Bouwend Nederland getracht een beeld te schetsen, hoe de bouw er in 2030 uit zou kúnnen zien. Hoewel de toekomst voorspellen natuurlijk lastig is, heeft de verkenning wel een aantal grote waarschijnlijkheden opgeleverd. Bijvoorbeeld dat techniek een grotere rol gaat spelen, dat meer geïnvesteerd gaat worden in zaken als prefabricage, standaardisatie en robotisering, maar ook dat het erg onzeker is hoe relaties tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers zich gaan ontwikkelen. Het zijn zaken die zeker zinvol zijn om mee te nemen in het werk van het Bouwplatform Brabant. In ieder geval zal de volgende bijeenkomst van het platform niet zo lang op zich laten wachten. Dat er véél huizen gebouwd moeten  worden de komende jaren is zeker. Hoe dat het snelste kan en hoe we daarbij tegelijkertijd zorgen dat we met die woningbouw de ruimtelijke kwaliteit van Brabant versterken, leegstaand vastgoed een nieuwe bestemming geven én onze bestaande woningvoorraad ‘verrijken’. Daarvoor moeten (ontwikkelende) bouwers en overheden echt nog wel even de koppen bij elkaar steken.

Gerelateerd nieuws

Donderdag 26 september 2024
Eén of meerdere hubs in Breda. Kunnen we dat organiseren?

Op 23 september vond er een vervolgbijeenkomst Bouwlogistiek Breda plaats, met dit maal een projectbezoek om meteen maar de uitdagingen die werken in de binnenstad met zich meebrengen, van dichtbij te zien.

Donderdag 19 september 2024
Complex project in centrum Breda, derde bouwplaatsbezoek van de afdeling

De bouwplaatsbezoeken van Afdeling Brabant Mid-West deze zomer waren weer alle drie succesvol en goed bezocht. Het blijkt leuk om in de keuken van collega’s te kijken en gezellig bij te kletsen na een rondleiding over het werk.

Donderdag 20 juni 2024
Behoud van je vakkrachten en bouwen aan bedrijfsliefde onderwerp tijdens ledenbijeenkomst Afdeling Brabant Mid-West

Maandag 17 juni waren zo’n 50 leden van afdeling Brabant Mid-West te gast op het Markland College in Oudenbosch. Het Markland College is een grote praktijkopleider in de regio en de grootschalige ver-/nieuwbouw van het college is verzorgd door VB Groep en Bouwbedrijf Moeskops’. Zij namen de rondleiding door het nieuwe deel, dat komende schooljaar opent, voor hun rekening.