Rapport EIB ziet kansen voor arbeidsmarkt bouw en infra
Woensdag 30 oktober 2024
Vandaag presenteert het Economisch instituut voor de bouw (EIB) haar rapport ‘Trends op de Bouwarbeidsmarkt 2024-2028’. Het rapport staat zowel stil bij de ontwikkelingen in de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt van bouw en infra als bij de trends die zij ziet op het gebied van arbeidsproductiviteit.
Klik hier voor het rapport van het EIB en het bijbehorende persbericht.
Het EIB verwacht een instroombehoefte van ruim 60.000 medewerkers in de bouw en infra over de periode 2024-2028. Dit getal komt voort uit een vervangingsvraag door de jaarlijkse uitstroom van 10.000 gepensioneerden en arbeidsongeschikten en een verwachte groei in de hoeveelheid werk. Ongeveer tachtig procent van de instroom kan vanuit opleidingen komen, zo is de verwachting. De rest zal anders, bijvoorbeeld via zij-instroom en arbeidsmigratie, moeten worden ingevuld.
Arbeidsproductiviteit
Het rapport besteedt dit jaar veel aandacht aan arbeidsproductiviteit, waarmee wordt bedoeld de hoeveel werk die een persoon kan verrichten in een jaar. De arbeidsproductiviteit is de laatste jaren licht gedaald en als oorzaken hiervoor worden een aantal factoren genoemd. Zo heeft het aantrekken van meer onervaren talent en het behouden van oudere medewerkers een tijdelijke negatieve invloed op de arbeidsproductiviteit en ziet het EIB per saldo een tijdelijke verschuiving in de bouwproductie van kapitaalintensievere werkzaamheden naar arbeidsintensievere werkzaamheden.
Het rapport benoemt ook kansen om de productiviteit in de bouw en infra te verhogen door investering in technologieën, verbetering van het HR beleid (gericht op verzuim en behoud) en verbeterde ketensamenwerking. Standaardisatie, robotisering, digitalisering, prefabricage, digitalisering of andere innovaties spelen in het totaalbeeld een belangrijke rol. Beperking van de complexiteit van regelgeving lijkt de meest kansrijke route om op korte termijn arbeidsproductiviteitswinst te realiseren. Vanuit de politiek zal meer gekeken moeten worden naar de haalbaarheid van ambities, aldus het rapport.
Wat vinden wij?
De genoemde thema's in het rapport zijn voor ons bekende factoren die zeker zullen bijdragen aan een stijging van de arbeidsproductiviteit in de bouw en infra, maar het ontbreekt op dit moment aan focus. De komende jaren willen wij ons inzetten om juist daar samen met de leden meer richting aan te geven. Wat betreft de vraagkant op de arbeidsmarkt, waar het rapport niet verder over uitweidt, zien wij ook kansen om deze te beïnvloeden door meer ketensamenwerking. Verder missen wij in het rapport de focus op het behouden van medewerkers, met name de instromende jongeren, en de kansen die het ontwikkelen van het personeel biedt voor zowel de instroombehoefte als de arbeidsproductiviteit.
Het behouden en aantrekken van vakkrachten en het stimuleren van kwalitatief goede (zij-) instroom, alsmede het investeren in aantrekkelijk werkgeverschap en in technologische innovaties zien wij als speerpunten voor onze leden voor de komende jaren. Ook het verminderen van de complexiteit van regelgeving heeft onze volle aandacht. Daar zullen wij ons de komende jaren samen met onze leden voor in blijven zetten.