Buitenlandse bouwers leren taal én vak in Oost
Maandag 22 juli 2024
De komende jaren moeten in Nederland bijna een miljoen woningen gebouwd worden, maar goede vakmensen zijn schaars. Daarom zijn arbeidsmigranten hele waardevolle krachten voor de bouwsector. Een aantal medewerkers van Heutink Bouwgroep volgt een traject bij het Deltion College waarin ze zowel gerichte vakkennis opdoen als hun beheersing van de Nederlandse (bouw)taal verbeteren. Daardoor worden ze breder inzetbaar.
Via gespecialiseerd uitzendbureau Mankracht werken ongeveer vijftien arbeidsmigranten bij de Heutink Bouwgroep uit Genemuiden. Waaronder Gabriel, Michael en Przemek uit Polen en Arthur uit Griekenland. De arbeidsmigranten zijn in hun thuisland allround inzetbaar, maar de Nederlandse bouwsector is specialistisch. De bouwnorm ligt hoog. Bovendien vormt de Nederlandse (bouw)taal een uitdaging. Een opleiding waarbij gerichte vakkennis en taalvaardigheid gecombineerd worden, zou hen daarom kunnen helpen.
Uniek concept
De vraag voor de scholing kwam via de sectortafel Bouw & Infra Regio Zwolle binnen bij het Deltion College. "We hebben een maatwerkprogramma gemaakt, rond de vakgerichte onderdelen van de mbo-opleiding Timmerman op mbo-niveau 2", zegt Lammert van Pijkeren. Hij is docent en coördinator Leven Lang Ontwikkelen Vakopleidingen Bouw bij Deltion. "De arbeidsmigranten krijgen ook Nederlandse les, waarbij de nadruk ligt op vakjargon, werkinstructies en de omgang met collega's. Dit is een behoorlijk uniek concept in Nederland."
'Spouwmuur' en 'bekisting'
Tijdens een periode van vier maanden komen de arbeidsmigranten iedere maandag- en donderdagavond bij het Deltion College. Van instructeur Klaas Hattem en docent Lammert van Pijkeren krijgen ze praktijklessen. Van Pijkeren: "Onze lessen zijn gericht op de ruwbouw. We behandelen onder andere het lezen van werktekeningen. Ook het uitzetten van een bouwwerk komt aan bod. We bewaren de eenvoud". Naast de praktijklessen krijgen de arbeidsmigranten Nederlands van docent Monique Zuidberg. "We hebben het met elkaar gehad over bijvoorbeeld lidwoorden, meervoudsvormen en telwoorden, maar ook besteden we elke keer aandacht aan de woorden die in de praktijklessen van Lammert en Frank Vos voorbijkomen. Zoals bijvoorbeeld 'spouwmuur' en 'bekisting'; woorden die op de bouwplaats gebruikt worden. Daardoor leren ze de taal begrijpen, maar ook hun vak", zegt Zuidberg.
'We leren veel'
"Ik vind de opleiding leuk", zegt timmerman Michael. "De lessen zijn goed. We leren veel. Dat helpt ons om ons werk beter te doen. De bouwtechnieken zijn in Nederland anders dan in Polen. Ook kunnen we makkelijker praten met onze collega's." Zijn collega Przemek valt hem bij. "Nederlands is niet makkelijk, maar het is belangrijk voor ons om te weten hoe de materialen in het Nederlands heten en hoe de werkzaamheden die we doen worden genoemd."
Breder inzetbaar
Voordat ze aan de opleiding begonnen, maakten Przemek en Michael voortdurend funderingen. "Beton, beton, beton", glimlacht Przemek. "Eigenlijk deden we elke dag hetzelfde.” Bedrijfsleider Paul Wösten van Mankracht: "Door de opleiding worden ze breder inzetbaar. Dat is niet alleen voor henzelf en een werkgever prettig, maar voor de hele sector".
Przemek en Michael merken dat ze door de opleiding stappen hebben gezet. Michael: "Nederlands is makkelijker geworden voor mij. Ik begrijp het steeds beter". Przemek vult aan: "Als iemand nu over een 'timmerman' spreekt, weten wij wie dat is", lacht hij. Wösten: "Ik vind het fantastisch. Ze begrijpen zowel hun collega's als de werkinstructies beter".
Door de opleiding kunnen de arbeidsmigranten inmiddels ook ingewikkelder klussen oppakken. Arjan van Herk, directeur Bouw bij Heutink: "Ze timmeren inmiddels ook mee in de kappen en brengen dakranden aan. Ook praten ze in de pauzes mee over voetbal. Ze hebben meer zelfvertrouwen en plezier in hun werk gekregen".
'School is altijd goed'
Przemek en Michael zouden andere arbeidsmigranten aanraden om ook een opleiding te volgen waarbij ze zowel gerichte vakkennis opdoen als hun beheersing van de Nederlandse (bouw)taal verbeteren. Przemek: "School is altijd goed. Het is belangrijk om te weten wat je wel en niet moet doen in Nederland. Dat wij Nederlands kunnen praten, is prettig voor de mensen waar we mee werken. Het is voor de toekomst".
Gerelateerd nieuws
Op donderdag 17 april jongstleden stond de Digitaliseringsbijeenkomst voor de regio Oost op het programma. Voor dit ochtendevenement had de organisatie het Van der Valk Hotel De Cantharel in Apeldoorn gekozen. Twee keer per jaar wordt de Digitaliseringsbijeenkomst georganiseerd. Een in april en een in november”, begint Isa Klein Tuente, verenigingsmanager regio Oost. “Hierbij nodigen wij altijd onze leden uit die hebben aangegeven dat zij interesse in dergelijke bijeenkomsten hebben, vaak kiezen we er ook voor om alle leden uit de regio uit te nodigen omdat we denken dat het goed is dat onze leden weten dat wij deze bijeenkomsten faciliteren. Denk niet alleen aan IT’ers en marketeers, maar ook aan directeuren die benieuwd zijn naar de digitale ontwikkelingen binnen de bouw en infra. De insteek van deze bijeenkomsten is nooit in beton gegoten. Wanneer het op digitalisering aankomt, luisteren we goed naar de behoeften van onze leden.”
Donderdag 3 april was het een drukte van jewelste voor Bouwend Nederland regio Oost: in het centrum van Zwolle vond namelijk de Inframarktdag van de drie regio Oost-provincies Flevoland, Overijssel en Gelderland plaats. Met ‘Samen Leren, Slimmer Werken’ als overkoepelende insteek van de dag werd het een meer dan informatieve ochtend – dit alles voorzien van een vleugje filosofie én vertrouwen.
Samuel Batenburg uit Vriezenveen heeft tijdens de Nederlandse kampioenschappen timmeren de torenhoge verwachtingen volledig waargemaakt. Hij won met overtuiging goud en daarmee kwalificeerde hij zich ook voor de Europese kampioenschappen die later dit jaar in Herning, Denemarken gehouden gaan worden. Samuel schaart zich met zijn titel als tiende in de imposante rij van kampioenen die het opleidingsbedrijf Bouwmensen Almelo afleverde.