Wkb: van vijftig tinten grijs naar zwartwit

In het hele land draaien bouwbedrijven, kwaliteitsborgers en gemeenten pilotprojecten om zich voor te bereiden op de Wet kwaliteitsborging. Dat zijn dan vooral nieuwbouwprojecten. Timmer- en Bouwbedrijf Ten Vregelaar oefende echter als een van de weinige bedrijven met een verbouwing. Zeer leerzaam voor zowel het bedrijf uit Delden als kwaliteitsborger Plangarant en de gemeente Enschede. "Verbouwingen leveren echt héél andere vraagstukken op dan nieuwbouw", is een van de de conclusies.
Timmer- en Bouwbedrijf Ten Vregelaar was zich al aan het verdiepen in de Wkb toen de oproep van Bouwend Nederland voorbij kwam om vooral te oefenen met verbouwprojecten. "Dat leek ons een goed idee", zegt Ard Jan Kosters, projectbegeleider bij het bouwbedrijf uit Delden. "Als straks de wet ingaat en je hebt er nog nooit een project mee gedraaid, dan heb je geen idee waar je mee bezig bent. Dat past niet bij hoe wij met onze klanten omgaan." Die klanten zijn vooral particuliere opdrachtgevers; ze schakelen Ten Vregelaar in voor verbouwingen, renovaties en restauraties. Nieuwbouw doet het bouwbedrijf niet. Het project waarin Ten Vregelaar met de Wkb oefende, is de volledige upgrade van een 150 m2 grote bestaande woning in Enschede naar de maatstaven van anno nu. Ook kwam er een dakopbouw van 70 m2 bij.
Leren voor later
"Als je zo’n pilot draait, dan wil je dat zo compleet mogelijk doen, dus met een kwaliteitsborger en met de gemeente", zegt Kosters. Zowel kwaliteitsborger Plangarant als de gemeente Enschede deed graag mee. Mark Jansen, adviseur omgevingsrecht, legt uit waarom het voor de gemeente Enschede belangrijk is om mee te doen aan pilotprojecten. "Als gemeente wordt straks een groot deel van ons werk door kwaliteitsborgers gedaan. We willen graag een idee krijgen hoe dat gaat lopen. De gemeenten blijven immers wel het bevoegd gezag dus we zullen het handhavingsbeleid op de nieuwe situatie moeten aanpassen." Bouwinspecteur Frank Scheepers was heel blij dat de gemeente nu de kans kreeg om te kijken wat juist een verbouwing op dat vlak met zich mee brengt. "Bij verbouwingen is niets standaard; dat maakt het pionieren. We hebben nu kunnen oefenen met een andere manier van toetsen dan bij nieuwbouw."
Controle op afstand
Die andere aanpak kwam er op neer dat de constructeur en de architect die aan het project verbonden waren, vooraf keken naar de potentiële pijnpunten. Die werden in een checklist vastgelegd. Tijdens de uitvoering gebruikte Ten Vregelaar die checklist om zaken vast te leggen. Aan het eind van de rit controleerde Ralf Kristen van Plangarant of het dossier compleet was en keek hij aan de hand van de foto’s of alle punten correct waren uitgevoerd. "Ik deed het dus eigenlijk zonder controle op de bouwplaats", aldus de kwaliteitsborger.
De afwijkende werkwijze was vooral nodig vanwege het kostenverhaal, maakt Kristen duidelijk. "Bij een nieuwbouwproject ga je twee of drie keer naar de bouwplaats. Doe je dat bij zo’n kleine verbouwing als deze ook, dan wordt dat een heel dure grap; de kosten staan dan niet in verhouding tot de bouwsom. Daarom hebben we samen met de gemeente Enschede gekeken hoe je die kosten kunt drukken en toch een goede kwaliteitscontrole kunt waarborgen."
Veel extra werk
De gemeente was erg blij te kunnen meekijken met het nieuwe toetssysteem. En volgens Scheepers kan het ook prima werken. "Ik denk alleen wel dat de kleine aannemer het heel moeilijk krijgt, omdat hij erg veel moet doen", verwacht de bouwinspecteur. Dat het veel werk is, kan Kosters wel beamen. "Als je vijftig woningen in serie bouwt dan hoef je steekproefsgewijs maar bij een paar woningen zaken vast te leggen. Doe je alleen verbouwingen, dan moet je bij zo’n beetje elk project, is de boel vastleggen." Volgens de projectbegeleider van Ten Vregelaar heeft dat een flinke impact op het héle bedrijf. "We denken dat we ons werk goed doen en hebben een vaste klantenkring die dat beaamt. Maar als je het goed doet, dan ligt het nog niet meteen vast. Voor een bedrijf als het onze is het echter geen doen om iemand aan te stellen die daar al onze verbouwingen voor afrijdt. Het komt dus neer op het uitvoerend personeel, en dat betekent dat er veel tijd en energie gaat zitten in het opleiden en opvoeden van de medewerkers."
Veel verrassingen
Wat ook nog een rol speelt is dat een verbouwing doorgaans veel meer verrassingen oplevert dan nieuwbouw. "Bij nieuwbouw zou alles moeten passen in de uitvoering", zegt Kristen. "Bij verbouwingen heb je nogal eens dat er details zijn gemaakt die in de praktijk niet blijken te passen Daar moet dan een oplossing voor worden bedacht die ook voldoet aan het Bouwbesluit. Daar is veel extra overleg voor nodig. Elke wijziging die je doet in het bouwproces, moet je vertalen in tekening en berekening want wat wij als kwaliteitsborgers moeten aanleveren, is zoals het is gebouwd, niet zoals het is ontworpen."
Snakken naar geschillen
De ervaring van Kosters is dat die insteek van de kwaliteitsborgers er voor zorgt dat er strikter dan voorheen op wordt gelet of zaken voldoen aan het Bouwbesluit. "Het is niet zo dat we er normaal gesproken een potje van maken, maar je merkt wel dat controles door de gemeente wat soepeler waren. Een traphekje bijvoorbeeld moet volgens het Bouwbesluit minstens 1 meter hoog zijn. We hadden er nu eentje op 98 centimeter. In de oude situatie had de bouwinspecteur daar niet moeilijk over gedaan, 2 cm lager zorgt niet ineens voor levensgevaarlijke situaties. Nu werd het niet goedgekeurd door de kwaliteitsborger."
Kristen licht dat graag toe. "Bouw en woningtoezicht bestaat al heel lang, de inspecteurs van de gemeente weten wat stand houdt bij de rechter en wat niet. Die juridische bandbreedte kennen wij als kwaliteitsborgers nog niet." Scheper beaamt dat. "Wij hadden 50 tinten grijs maar het wordt nu zwartwit."
Volgens Jansen zal er jurisprudentie nodig zijn om helder te krijgen of de kwaliteitsborgers óók een bepaalde speelruimte moeten krijgen. "De wet laat het simpelweg niet toe dat de kwaliteitsborger een verklaring afgeeft als het niet exact klopt. In zo’n situatie komt het dan toch bij de gemeente te liggen om daar iets van te vinden. Dat is een van de dingen die uit zo’n pilotproject als dit naar voren komen."
Ga oefenen zolang het nog kan!
Jansen en Scheepers hopen dat er nog veel geoefend gaat worden, en niet alleen om als gemeente Enschede nog meer te leren. "Vooral bij de kleine en middelgrote aannemers leeft het Wkb-verhaal nog lang niet voldoende", is de ervaring van Scheepers. "Ik raad vooral die bedrijven, en ook de infrabedrijven aan om aan de slag te gaan met pilotprojecten." Volgens Kosters is het absoluut zinvol om te oefenen. "Kijk, de wet zelf hoeft voor mij niet. Maar hij komt er toch. Dan kun je maar beter zorgen dat je voorbereid bent door zo’n pilot te draaien. Wij hebben dat met plezier gedaan en er heel veel van geleerd, onder andere over wat kwaliteit nu eigenlijk is en hoe je de kwaliteit van je werk kunt vastleggen."