Controle voor de poort is succesfactor
Woensdag 8 november 2023
Het kabinet heeft besloten dat de aardgaswinning in Groningen vanaf 1 oktober 2023 terug moet naar nul kubieke meter. Daarom heeft de minister van Economische Zaken en Klimaat in 2018 in de gaswet vastgelegd dat bedrijven die meer dan honderd miljoen kubieke meter laagcalorisch gas gebruiken verplicht moeten omschakelen naar hoogcalorisch gas of een duurzaam alternatief. Om hieraan te voldoen voert Visser & Smit Hanab Pipelines & Industry het project Raasdorp-Sloten uit in opdracht van Gasunie. Het project bestaat uit de aanleg van ca. 9,5 km 12”/16” gasleidingen, de aanpassing van M&R station Sloten, M&R Weesp en de afsluiter locatie AS Raasdorp. In gesprek met Folkert Atema, projectmanager bij Visser & Smit Hanab én vertegenwoordiger namens de vakgroep ONG in de NEN commissie transportleidingen, maken we kennis met de uitdagingen en behaalde resultaten.
Aardgas wordt in Nederland in twee groepen ingedeeld op basis van de hoeveelheid energie die het bevat. Het gas kan laagcalorisch zijn of hoogcalorisch. Het meeste gas in de wereld bevat veel energie, is rijk aan calorieën en wordt daarom hoogcalorisch genoemd. Het Groningen-gasveld wijkt hier vanaf en bevat aardgas met een laagcalorische waarde. Dat betekent dat in Nederland alles van industrie tot woningen en van gasfornuizen tot cv-ketels hierop is gebaseerd. Bij het omschakelen naar hoogcalorisch gas is soms de ombouw van bestaande leidingen nodig. In andere gevallen moeten nieuwe leidingen worden aangelegd, bijvoorbeeld omdat op de bestaande leiding ook andere afnemers aangesloten zijn. Meer informatie over de ombouw van G-gas naar H-gas is hier (https://www.gasunie.nl/projecten/ombouw) te lezen.
Omgevingsmanagement is één van de succesfactoren
Het project bestaat zoals gezegd uit de aanleg van ongeveer 9,5 kilometer leiding, de aanpassing van 2 regelstations, een afsluiter station en diverse afsluiter schema's. Een groot deel van het 12" leidingtracé loopt door agrarisch land en het 16" deel loopt door recreatiegebied het Amsterdamse Bos, grotendeels parallel aan de roeibaan de 'Bosbaan'. Intensief omgevingsmanagement met onder andere overleg met belanghebbenden zoals natuurorganisaties, de periodieke en eenmalige bezoeker, gevestigde bedrijven als Schiphol en (grond-)eigenaren en bewoners is noodzakelijk. Daarnaast is ook afstemming nodig met andere in uitvoering zijnde projecten en werkzaamheden van Waternet en TenneT. Het doel is om al deze werkzaamheden in goed overleg en in beperkte tijd uit te voeren. De omgeving zal hier overlast van ervaren en daarom moeten we zorgen voor goede en eerlijke communicatie waarbij beloftes ook daadwerkelijk worden nagekomen. Op deze manier neem je de omgeving niet alleen mee in de overlast die gaat ontstaan, maar creëer je ook draagvlak. Zo is er bijvoorbeeld besloten dat de omgevingsmanager één dag in de week aanwezig is voor vragen in een centraal gelegen restaurant in het Amsterdamse Bos.
Uitvoeringsmethode invloed op emissiegehalte
Om de overlast voor de omgeving te verminderen is er gekozen om een groot deel van de leiding sleufloos, via 10 stuks horizontaal gestuurde boringen (HDD), aan te brengen. De gebruikte rig (boormachine) die is ingezet voor de lange boringen is elektrisch. Daarnaast is in overleg met de Gasunie besloten om als praktijkproef een gedeelte van de leiding, ca 1,5 km, middels ploegen op diepte aan te brengen. De afsluiter schema's voor de knooppunten in het leidingnet zijn elders geprefabriceerd en op afroep aangevoerd en geplaatst. Door de combinatie van al deze uitvoeringsmethoden (HDD-boringen, ploegen en prefab) is de uitstoot van CO2 op dit project aanzienlijk minder dan bij het conventioneel aanleggen in open ontgraving.
Belangrijkste les
Belangrijk is om tijdig samen met de opdrachtgever en belanghebbenden mogelijkheden, onmogelijkheden en risico's tijdens de onderzoeks- en ontwerpfase te bespreken. Zo worden realistische maatregelen (op)genomen en niet doorgeschoven naar de uitvoering.
Voor meer informatie neem contact op met Michael Coppens van Gasunie.
Het beeldmateriaal is ter beschikking gesteld door Gasunie en Visser & Smit Hanab.
Gerelateerd nieuws
Om kabels over een lang traject in de ondergrond aan te brengen wordt vaak gebruik gemaakt een kabeltreklier. Bij de uitbreiding van het elektriciteitsnet in Nederland, in opdracht van netbeheerders, een bijna dagelijkse activiteit voor aannemers.
Nederland heeft zich gecommitteerd aan afspraken om klimaatneutraal te zijn in 2050. Daarvoor moeten we overstappen van fossiele bronnen, zoals aardgas, naar hernieuwbare bronnen. Warmtenetten, of stadsverwarming, zijn belangrijk in deze energietransitie. Omdat de realisatie van warmtenetten sterk gedaald is, steunen we samen met een Warmte Alliantie van vele organisaties en bedrijven een plan om de realisatie van warmtenetten weer vlot te trekken. Bouwend Nederland schreef mee aan dit Warmtebod. Vele organisaties en bedrijven geven aan wat zij zélf kunnen doen en wat ze nodig hebben om voortgang te maken bij de uitrol van warmtenetten. Het Warmtebod werd 14 januari aangeboden aan minister Hermans van Klimaat en Groene Groei.
Over de manier waarop informatie in de KLIC-registratie worden vastgelegd en gepresenteerd zijn afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in de KLIC-standaarden: Informatiemodel Kabels en Leidingen (IMKL) en het Visualisatiemodel (PMKL). Het huidige IMKL 2.0 heeft in 2024 een update gekregen naar versie IMKL 3.0, die nu ter consultatie wordt voorgelegd. Lees verder voor meer informatie over de consultatie en hoe te reageren.