Pensioen indexatie arrest Hoge Raad

Uitspraak van 21 april 2023

Afbeelding Pensioen indexatie arrest Hoge Raad
woensdag 3 mei 2023

Op vrijdag 21 april 2023 heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over een langslepende indexatie kwestie. Het ging over de vraag of een onvoorwaardelijk toegezegde indexatieregeling wel of niet gewijzigd kan worden en of dat niet verhinderd wordt door het wettelijk voorschrift van artikel 20 Pensioenwet (PW).

Artikel 20 Pensioenwet verbiedt een wijziging van de opgebouwde pensioenaanspraken. Onvoorwaardelijke indexeringen zijn vanaf het moment dat zij zijn overeengekomen onderdeel van de pensioenaanspraak. Ten aanzien van onvoorwaardelijke indexatieregelingen met een voorwaardelijk element dat er in bestaat dat de financiering van de indexatie pas plaatsvindt op het moment van toekenning van die aanspraken, heeft de Hoge Raad nu bepaald dat deze regelingen voor de toekomst aangepast kunnen worden.

Zij vallen dus niet (zoals de Rechtbank en het Hof eerder bepaalden) binnen het bereik van artikel 20 Pensioenwet. De wet verhindert aanpassing van deze regelingen dus niet. Reeds toegekende en gefinancierde indexaties kunnen niet worden aangepast. Voor het wijzigen van aanpassing van een indexatieregeling (voor de toekomst) is instemming van de rechthebbenden noodzakelijk, tenzij een werkgever een rechtsgeldig beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding kan doen.

Reactie Bouwend Nederland

De uitspraak van de Hoge Raad heeft voor zover wij kunnen overzien voor de meeste werkgevers met een CBSI overeenkomst met BpfBOUW of met een indexatie-overeenkomst met een verzekeraar géén directe gevolgen. De indexatieregelingen die op basis van deze overeenkomsten worden uitgevoerd hebben naar onze mening doorgaans een voorwaardelijk karakter en de wet verhindert niet om deze te beëindigen. De mogelijkheden en voorwaarden tot beëindiging van deze overeenkomsten worden bepaald door de inhoud van die overeenkomsten en de voorwaarden die de uitvoerders daaraan verbinden, zoals de instemming van (ex-)werknemers of indien aan de orde mogelijk met een rechtsgeldig beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding.

De uitspraak van de Hoge Raad heeft mogelijk wél gevolgen voor werkgevers die ‘onvoorwaardelijke’ indexatieverplichtingen hebben. Voor deze werkgevers staat nu vast dat er in boven omschreven situatie geen wettelijk verbod is om deze regeling aan te passen. Deze regelingen kunnen dus ook aangepast worden onder de voorwaarde van instemming van (ex-)werknemers of met een echtsgeldig beroep op een eenzijdig wijzigingsbeding.

Joppe Duindam accountmanager bouw midden/coördinator verenigingszaken

Tags

Pensioen