Uitspraak RvS bouwvrijstelling

Grote gevolgen voor overheden en bouwketen

Afbeelding Uitspraak RvS bouwvrijstelling

In oktober 2022 zal de Raad van State naar verwachting uitspraak doen over de bouw van het Porthos project. Los van de grote belangen voor het project zelf is dit een zeer principiële zaak, want het oordeel van de Raad van State is bepalend in hoeverre de wettelijk verankerde bouwvrijstelling houdbaar is. Deze uitspraak in alle gevallen grote gevolgen voor alle overheden en alle bedrijven in de bouwketen.

Wat is er aan de hand?

Milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) tekende bezwaar aan tegen de bouw van Porthos in de haven van Rotterdam. Port of Rotterdam CO2 Transport Hub and Offshore Storage (Porthos) ontwikkelt een project waarbij CO2 van de industrie in de Rotterdamse haven wordt getransporteerd en opgeslagen in lege gasvelden onder de Noordzee.

MOB voert bij de Raad van State aan dat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat onterecht een bouwvrijstelling heeft afgegeven aan Porthos. Het is een vrijstelling die is gebaseerd op de op 1 juli 2021 in werking getreden stikstofwet die bepaalt dat projecten in de bouw- en sloopfase geen rekening hoeven te houden met de uitstoot van stikstof. De advocaat van MOB claimt dat het een poging is om de stikstofnormen te ontduiken.

Eind oktober / begin november 2022 zal de Raad van State naar verwachting uitspraak doen. Los van de grote belangen voor het project zelf is dit een zeer principiële zaak, want het oordeel van de Raad van State is bepalend in hoeverre de wettelijk verankerde bouwvrijstelling houdbaar is. Deze uitspraak in alle gevallen grote gevolgen voor alle overheden en alle bedrijven in de bouwketen.   

Wat vindt Bouwend Nederland ervan?

Er zijn 3 scenario's mogelijk:

  1. Bouwvrijstelling blijft overeind

De Raad van State verwerpt het bezwaar van MOB. In dat geval blijft de bouwvrijstelling van kracht. Dat betekent niet dat de problemen voor de bouwsector en voor het natuurherstel voorbij zijn. De aanleg van woningen en klimaatmaatregelen kan met deze uitspraak doorgaan. Voor de infrastructuurprojecten geldt dat niet. Daar zal belangrijk zijn dat er snel duidelijkheid komt over de te gebruiken rekenafstand. Daarover doet de Raad van State ook spoedig uitspraak. Hoe dan ook zal versneld werk moeten worden gemaakt van emissiereductie in alle sectoren. Zodat er ook voor infraprojecten voldoende ontwikkelruimte ontstaat én de natuur kan verbeteren.

  1. Tussenvonnis

Er is een mogelijkheid dat de Raad van State een tussenvonnis wijst. In dat geval geeft de Raad van State de mogelijkheid om extra onderbouwing aan te leveren op een bepaald onderdeel. De overheid moet dan binnen een bepaalde termijn, bijvoorbeeld 6 maanden, extra onderbouwing of rapporten aanleveren aan de Raad van State. Daarna gaat de procedure verder en beoordeelt de Raad van State of de overheid heeft voldaan aan de bewijsopdracht en doet vervolgens definitief uitspraak. In de tussentijd blijft de vrijstelling van kracht en kunnen aanlegprojecten doorgang vinden. Voor de infrastructuurprojecten verandert er (nog) niets totdat daar duidelijk komt van de Raad van State over de rekenafstand. Ondertussen zullen Rijk en provincies ook onverminderd werk moeten maken van het versneld reduceren van de emissie-uitstoot.

  1. Bouwvrijstelling wordt onverbindend verklaard

Als de bouwvrijstelling onverbindend wordt verklaard zijn de overheden en de complete bouwketen weer terug bij af. In plaats van de bouwvrijstelling moet er dan weer voor elk nieuwbouwproject een AERIUS-berekening gemaakt worden om een natuurvergunning aan te vragen. Dit leidt tot een voorlopige bouwstop van nieuwe projecten, mede door het gebrek aan experts. Dat zien we nu al terug bij de infrastructuurprojecten die soms jaren zijn uitgesteld wegens een gebrek aan experts om de berekeningen te maken. Afhankelijk van de omvang en locatie van het bouwproject levert een vergunningaanvraag dan al snel drie tot zes maanden vertraging op.  Een dergelijke uitspraak van de Raad van State verlamt de overheidsinvesteringen op het gebied van wonen, mobiliteit, energietransitie en klimaat. Dat is slecht nieuws voor alle partijen in de bouwsector.

Mocht de vrijstelling verdwijnen, dan zal de reeds ingezette investering in ontwikkeling en aanschaf van emissiearme/-loze machines versneld moeten worden. De vraag hiernaar zal dan ook toenemen. Het is in dat geval des te belangrijk om de investeringen te stimuleren en de gereserveerde 500 miljoen euro voor verduurzaming van de bouwsector voornamelijk voor dit doel in te zetten. 

Een dergelijke mogelijke uitspraak van de Raad van State laat zien dat de door de overheid gekozen aanpak kwetsbaar is. Dat betekent dat er hoe dan ook snelheid nodig is in het daadwerkelijk terugbrengen van emissies (en daarmee depositie op kwetsbare natuurgebieden). Het versnellingsakkoord Duurzaam Evenwicht biedt volgens Bouwend Nederland en andere initiatiefnemers daarvoor de juiste aanknopingspunten.

In alle gevallen

In alle gevallen blijft Bouwend Nederland benadrukken dat er meer snelheid moet komen in de reductie van de stikstofuitstoot, anders kunnen bouw- en infrabedrijven de grote maatschappelijke opgaves op het gebied van verduurzaming, woningbouw en mobiliteit niet realiseren. De bouwsector blijft onverkort inzetten op versneld reduceren van eigen emissies door bijvoorbeeld versneld emissiearm/emissieloos bouwmaterieel aan te schaffen.

Richard Massar communicatieadviseur